De Hoofdwegschool
De Hoofdwegschool in de Corantijnstraat was de school waar ik naar toe mocht. Het was een openbare school en eigenlijk zijn tijd ver vooruit!
Veel van mijn klasgenootjes ken ik helaas niet meer bij naam en andere zijn om nooit te vergeten, vooral de leraar Ben Esserich, inmiddels ook ver in de 80 , maar nog steeds actief en jong van geest.
Op de lagere school deelt zo'n klas zich snel op en worden heel natuurlijk groepjes gevormd. Zo'n groepje ontstond vaak heel erg praktisch. De eerste jaren van de lagere school trok ik heel veel op met Paul Blankenstein en Jurriaan (ik dacht) de Haan, maar die achternaam ben ik niet helemaal zeker van.
In de latere klasse werd mijn kompaan in goed en kwaad die andere Robbie in de klas. Robbie Uriot. Die vriendschap heeft eigenlijk stand gehouden tot aan het moment dat ik in dienst ging en daarna zijn we elkaar een beetje uit het oog verloren. Paul en Jurriaan woonde vlak om de hoek. Jurriaan woonde in de Jan Evertsenstraat hoek Orteliuskade en Paul woonde op het Mercatorplein, boven de plek waar Dirk van de Broek later zijn eerste supermarkt zou gaan openen.
Spelen op straat, samen naar school lopen en pas in de zesde klas was er spraken van met de fiets naar school en dan ook nog maar heel af en toe, Samen kattenkwaad bedenken en uitvoeren natuurlijk.
De Groenteman
De groente man op de hoek van de Orteliusstraat en de (korte) van Spilbergenstraat was een van de gene die natuurlijk werd betrokken in het kattenkwaad uit die tijd. Als we in de zomer naar school gingen dan was de goede man druk bezig om zijn waar uit te stallen dat gebeurde op een manier dat elke huisvrouw wel naar binnen werd getrokken door al dat moois wat hij had uitgestald. Niks geen kant en klare salades of van die fancy kant en klare gerechten, hij hete ook nog gewoon groenteboer in plaats van 'groentestudio' of vitamine laboratorium.
Het was simpel de kratten met verse groeten aan de ene kant van de deur en de kratten met vers fruit aan de andere kant van de deur. Tja wat was er dan aanlokkelijker dan het jatten van een appeltje of een banaantje.
Dat gebeurde dus heel af en toe, we liepen dan langzaam in de richting van die groente man en als hij zijn laatste krat buiten neer had gezet en naar binnen ging om de volgende op te halen dam was dat het moment waarop je kon toeslaan.
Robbie liep voorop en ik liep er drie stappen achteraan, Robbie jatte een appel en ik liep in de richting van de bananen. Stom natuurlijk die dingen zaten aan elkaar vast en dus sleurde ik zo'n hele kam uit de kist. Stond te hannesen om er een van af te halen en de rest weer netjes terug te leggen. Dat duurt natuurlijk allemaal veel te lang. De groente man kwam alweer aanlopen met een krat groente voor zijn buik en riep: "wel verdomme, jij doerak! Kom onmiddellijk terug en leg die banaan terug!!"
Ondanks dat ik bagger scheet, had ik ook niet de moed om terug te gaan en rende met een rotgang verder weg. Ik hoorde hem nog roepen: "denk maar niet dat je er zo mee wegkomt, ik weet wie je moeder is en hier hoor je meer van!!"
Ik was ervan overtuigd dat dat gewoon bluf was want ik wist zeker dat mijn moeder daar nooit kwam. Toch heeft die banaan niet echt lekker gesmaakt. Sterker ik had hem afgepeld , hij was nog groen en keihard, en na een hap heb ik hem meteen weggegooid.
"s Middags kwam ik uit school en was het hele voorvalletje alweer vergeten. Zoals gebruikelijk werd ik door mijn moeder opgewacht en dronken we samen een kopje thee en ik kreeg daar steevast wat van die Maria biscuittjes bij. Onder het theedrinken namen we dan even de dag door. Ik vertelde de gebeurtenissen op school en welke leuke en gekke dingen er gebeurd waren en zij vertelde wat ze zo de hele dag gedaan had. Gewoon gezellig even samen zitten. Ik had me thee op en vroeg of ik nog even buiten mocht spelen. Dat was geen probleem. Ik sprong op en wilde naar de deur lopen. Plotseling riep ze me terug. "Ik ben vergeten uien mee te nemen. Wil jij die even voor me gaan halen bij de groenteman op de hoek?"
Ik kreeg een complete hartverzakking en dacht dat ik door de grond zakte. Mezelf herpakkend riep ik terug "kan dat morgen niet?"
Nou mooi niet het moest en het zou vandaag en wel meteen.
"Het lijkt wel of je dat niet even wil doen voor me? Is het teveel gevraagd? Ik viel helemaal stil.
Ze pakte me bij mijn arm en duwde me terug op de stoel. "Of wil je mij misschien even iets vertellen"
Het was natuurlijk niet moeilijk om te raden dat ze kennelijk op de hoogte was van wat er gebeurd was die ochtend. Ik koos dus eieren voor mijn geld en biechtte in hortte en stoten op wat er was gebeurd.
"Nou, vriend das niet zo mooi!! Dus we hebben in enen een dief hier in huis wonen?
Ik was inmiddels behoorlijk over mijn kookwater, het was de eerste keer dat ik zo betrapt was en voor dief werd uitgemaakt.
"hoe gaan we dit nou oplossen? " vroeg ze langzaam aan me. Ik schokschouder de een beetje en stamelde dat ik het ook niet wist.
Nou, zij wist het wel hoor, ze had het hele plannetje al uit gedacht en door gesproken met die groenteman.
"ik geef je geld mee en je gaat nu naar de groenteman en gaat die banaan betalen, nu onmiddellijk en je zegt hem dat je er spijt van hebt en dat je het nooit meer zult doen, heb je me begrepen?"
Tja, echt veel keus had ik natuurlijk niet dus ik knikte, nam het geld aan en liep de trap af. Terwijl ik naar benden liep riep ze me achterna dat ik onmiddellijk terug moest komen en dan te horen zou krijgen wat mijn straf zou worden.
Met lood in mijn schoenen liep ik de straat uit naar de hoek waar de groenteman was. Ik bleef een beetje te dralen en wachtte totdat de klanten weg waren en liep toen naar binnen
"Dag 'vriend' " zei de groenteman "wat kan ik voor je doen?" alsof hij niet wist wat ik kwam doen. Hij wilde perse dat ik zou vertellen wat ik kwam doen.
"ik moest van mijn moeder even die banaan gaan betalen van vanmorgen en zeggen dat het me spijt en dat ik het ook nooit meer zal doen meneer!"
"Welke banaan bedoel je jongen?"
Ik was stil en begreep niet wat hij nu wilde.
"Welke banaan bedoel je nu? Ik geloof niet dat ik het helemaal begrijp"
Het werd duidelijk dat ik helemaal door het stof moest gaan, inmiddels was de winkel weer aardig volgelopen en ik voelde me steeds kleiner worden. Het liefst had ik het geld neer gegooid en was ik weggerend.
Ik legde nog maar weer eens uit wat er was gebeurd en sloot af met dat ik er echt heel veel spijt van had en dat die klote banaan nog niet eens rijp was.
Hij schoot in de lag, pakte het geld aan en zei : Zo, kleine aap, dan heb je in ieder geval geleerd dat niet rijpe bananen niet te vreten zijn en dat je nooit meer zo stom moet zijn om die dingen te jatten. Kijk deze is rijp!"
Hij gooide zo'n geel exemplaar naar me toe en riep "en nou mijn winkel uit en als je het nog een keer flikt ben je mijn!!
Ik zette het op een lopen, toen ik voldoende afstand had keek ik eens naar die banaan en die zag er prima uit. Ik heb hem opgegeten en ben langzaam weer naar huis gelopen. Eenmaal thuis kreeg ik te horen dat op straat spelen wel even tot het verleden behoorde en dat ik dat maar als een duur lesje moest beschouwen.
Ik liep elke ochtend langs die groente boer, in plaats van wat te jatten zwaaide ik naar hem en hij zwaaide terug. Een paar jaar later heb ik nog op zaterdagen bij hem geholpen met opruimen en verdiende een leuk zakcentje en meestal een grote zak met fruit!