De keuring

De keuring

 

 

 

De keuringen van grote groepen mensen voor alle onderdelen van de Marine werden hier in het Marine Opleiding Kamp Hilversum (MOK-H)  verricht. Ook vond hier de eerste militaire vorming plaats voor diegene die door de keuringen waren gekomen en gingen dienen bij de vloot. Het was een drukte van je welste op het terrein, een en al levendigheid. We werden naar een groot lokaal gebracht waar werd uitgelegd hoe de rest van de week eruit zou zien. Verder was het grote wachten aan gebroken, tussen de verschillende onderdelen van de keuring was het hoofdzakelijk wachten en nog eens wachten.

 

Het was nooit vanzelf sprekend geweest dat ik daar naar binnen zou wandelen. Dat moment was vooraf gegaan door een jaar van discussie. Mijn ouders, met name mijn Vader, waren er faliekant op tegen dat ik zou toetreden tot defensie. Mijn vader zijn verleden speelde een belangrijke rol bij die beslissing. Hij was nauw betrokken geweest bij het verzet in de 2e wereld oorlog. Vanuit zijn ervaringen tijdens die tijd was hij een ‘realistisch pacifist’. Het was een titel die hij zichzelf had toegedicht.

 

Daarbij paste dus ook geen zoon die koos voor een loopbaan bij de Marine.

Na maanden van discuteren raakte hij ervan overtuigd dat dit mijn keuze was en ging hij ermee akkoord dat ik koos voor de Marine. Er was echter 1 voorwaarde: Ik moest me aanmelden voor een richting waar ik ook buiten de Marine iets aan had, een vakopleiding dus. Iets met techniek, (machinist of bankwerker, waren mogelijkheden) of iets in de keuken en de bediening (zeg maar Kok of Hofmeester, dat was ook bespreekbaar) Natuurlijk vond ik dat ook. Alles was ondergeschikt aan het grotere belang . Als ik hem er maar van kon overtuigen dat ik naar de Marine mocht, wilde ik wel van alles worden.

Ik had de aanmeldingspapieren opgehaald en die hebben we samen ingevuld. Uiteindelijk zette hij zijn handtekening en gaf daarmee zijn toestemming aan de marine om mij te mogen inzetten. Het grote wachten was begonnen. Wachten op een oproep om te verschijnen op de keuring.

Samen met nog zo’n 450 jongens (de leeftijden liepen uit een van 15 jaar en een paar maanden tot mannen van zo’n 25 jaar) begon ik dus aan een keuring die 5 dagen (en nachten) zou duren.

Het was een heel nieuwe ervaring voor het eerst echt van huis en dan samen met een groep eten, drinken en slapen. Kortom je trok 24 uur per etmaal met elkaar op, allemaal wild vreemden. Ik kwam uit een gezin dat bestond uit vader moeder en zoon. Zo’n grote groep was toch andere koek.

De keuring was zonder meer zwaar te noemen. Zowel fysiek als mentaal werd het uiterste gevergd van de groep. De eerste dag namen we al afscheid van zo’n 100 man. Klaar en terug naar huis. 

 

Zo ging het de daarop volgende dagen ook, naar mate de onderdelen van de keuring zwaarder werden, werd de groep die over bleef ook kleiner. Telkens was daar dat ritueel van namen opnoemen en naar huis gestuurd worden. Twee keer per dag, aan het einde van elk dagdeel was dit een terugkerend ritueel. Telkens ook ging er een zucht van verlichting door de groep als de gene die de namen opnoemde het boek dicht sloeg en we begrepen dat het er voor dat moment weer op zat.

Op de laatste dag, de vrijdag dus, waren we nog met een man of 25 over. We zaten in een soort van kantine te wachten op de uitslagen van de laatste testen en weer konden 6 man, na het noemen van hun naam, vertrekken.

Opdat moment kwam er een man in het donker blauwe  mariniersuniform de ruimte binnen en noemde 3 namen op.

Ik zat wat te bladeren in een van de informatie boekjes die daar lagen toen ik, tot mijn stomme verbazing, ook mijn naam hoorde roepen. Hij sommeerde ons te volgen.

Eenmaal in een klein kantoortje moesten we plaats nemen tegenover de Kapitein. Inmiddels had hij zich aan ons voorgesteld,  hij ging zitten en keek ons zeer doordringend aan “mannen”. We waren geen van allen ouder dan 17 jaar dus het aanspreken met ‘mannen’ leek een gotspe. “Mannen, het doet me plezier jullie te mogen vertellen dat jullie mogen toetreden tot het Korps Mariniers. Dat, mannen, is absoluut niet voor een ieder weggelegd.  Echt, een zeer kleine groep komt maar in aanmerking en van die groep daar maken jullie nu deel vanuit.”  Aldus de Kapitein.

 

Het koste enige ogenblikken voordat het tot ons doordrong dat we schijnbaar iets bijzonders hadden bereikt. De eerlijkheid gebied om te zeggen dat we geen van drieën ook maar het flauwste benul hadden wat ons te wachten zou staan. Ook wat dat nou precies inhield , Marinier zijn, wisten we op dat moment niet. Het moest wel iets bijzonders zijn gelet op het enthousiasme van die man in dat indrukwekkende uniform. Vervolgens kregen we nog een hele lading aan informatie over ons heen waarbij we eigenlijk maar met een half oor luisterde. Wel keken we elkaar, met gepaste trots, aan immers als je met 450 man begint aan een keuring en uiteindelijk blijf je met 3 man over, tja dan moest het wel iets bijzonders zijn.

 

We werden, na de stroom van informatie, in staat gesteld om het “thuis front” te informeren over het trotse feit dat we Marinier mochten worden.  Wij hadden toen al telefoon, je leefde toen nog in een tijdperk dat lang niet iedereen een telefoon aansluiting had, mobieltjes bestonden nog niet. Eigenlijk is het nu ondenkbaar  dat je geen telefoon tot je beschikking zou hebben.

Ik belde en kreeg mijn moeder aan de telefoon, nog voor ik iets kon zeggen kreeg ik een sper vuur van vragen over me heen.  “Eet je wel goed?  Slaap je wel??  Trek je wel schone kleren aan en luister je wel als je iets verteld wordt  ???

Voor ik er eigenlijk ook maar iets tussen kon brengen had ik mijn Vader al aan de lijn. “Goed, het gaat niet door, afgekeurd ??” was zijn eerste reactie.  “Nee” zei ik “Natuurlijk ben ik niet afgekeurd dan was ik al thuis geweest!” . 

Slechts een simpel “O” was alles wat hij kon uitbrengen. Ik ging verder en vertelde wat er allemaal gebeurt was die week. Vertelde in geuren en kleuren dat we met 3 jongens uiteindelijk waren over gebleven en vertelde hoe we werden opgehaald door die Marinier en vertelde wat hij ons weer verteld had.

 

Dat was ongeveer ook  het moment dat ik dacht dat het telefoontoestel ontplofte. Mijn Vader, een man die over het algemeen zijn emoties goed onder controle had, struikelde over zijn eigen woorden. Ik zal niet alle  krachttermen herhalen (er zaten welke bij die voor mij ook geheel nieuw waren ), maar neem van mij aan dat ze er wezen mochten.

Toen hij weer een beetje aanspreekbaar was en ik vroeg wat nou eigenlijk het probleem was, begreep ik dat dit niet hetgeen was met wat hij bedoeld had met een “gedegen opleiding waar je na je diensttijd ook iets aan hebt “ maar dat dit dus precies datgene was waar hij zo tegen was.

Feit was dat hij niet kon bepalen waar de Marine mij wilde inzetten. Natuurlijk had hij zijn toestemming moeten geven daar ik nog ruim minder jarig was. Maar die toestemming om in dienst te treden betekende niet dat hij ook kon bepalen bij welk onderdeel. Ik was tijdens het gesprek met de Kapitein ervan overtuigd geraakt dat dit mijn roeping moest zijn en was dus vol verwachting akkoord gegaan bij een indeling in het Korps Mariniers.