Terug in de Kazerne

Terug in de kazerne

 

 

 

Het weekend zat er weer op, ik was die avond vroeg terug in de kazerne. Op zondagavond druppelden eigenlijk alle verlofgangers een voor een binnen en was het verhalen uitwisselen in de kantine. Vaak zat je met een vast groepje een potje te drinken en verhalen uit te wisselen over hoe het weekend was gegaan. Zo ook deze zondag, maar dan met het verschil dat de gesprekken gingen over wat er in Amsterdam gaande was.

De tv stond aan en elk stukje nieuws werd direct verslonden. Zo zagen we, dat er weer rotzooi was uitgebroken bij het ontruimen van de Dam. Op televisie was goed te volgen wat er gebeurde. Je zag de ruiten sneuvelen van een kroeg op de hoek Dam en Damstraat. Je zag de relschoppers uitdagend staan schreeuwen en obscene gebaren maken naar de politie. De politie stond opgesteld op de Dam voor het paleis, tegenover het monument.

Toen het uit de hand dreigde te lopen zag je, dat de wapenstok getrokken werd en dat men zich langzaam en zeer rustig in de richting van de relschoppers bewoog. Via de megafoon werden de mensen op en om het monument gesommeerd te vertrekken. Als zij hier geen gehoor aan zouden geven, liepen zij het risico te worden aangehouden wegens overtreding van de noodverordening. Het maakte niet erg veel indruk. Een op linie rustig bewegende groep agenten met daarachter enkele ruiters van de bereden politie trok op in de richting van het monument. Op het moment, dat de oproerkraaiers min of meer werden gedwongen om zich terug te trekken bij het monument, kwamen ze plotseling naar voren en vielen als het ware de agenten aan.

Datgene wat de politie met hun optreden voor ogen had, namelijk het terugdringen van de mensen bij het monument, gebeurde nu met hen.

De Politie moest het onderspit delven tegen de betogers en trokken zich, onder luid gejoel van de demonstranten, terug. De politie verzamelde zich opnieuw. Inmiddels was ook, eindelijk, de mobiele eenheid gearriveerd.

Na opnieuw de demonstranten te hebben gesommeerd de Dam te verlaten en gewaarschuwd, dat als dat niet zou gebeuren er geweld zou worden gebruikt, werd opnieuw opgerukt in de richting van het monument.

Dit keer ging dat iets overtuigender dan de vorige keer, de politie trad eindelijk hard op en sloeg zich een weg door het cordon van relschoppers heen. Toen men op het monument was aangekomen, werden ze vrijwel onmiddellijk teruggetrokken om verdere escalatie te voorkomen. Kennelijk besefte niemand, dat hiermee feitelijk het monument werd teruggegeven aan de relschoppers. Deze keerden dan ook vrijwel onmiddellijk terug  en het circus kon weer opnieuw beginnen.

Die hele avond en nacht zijn er bijna permanent rellen geweest in Amsterdam. enkele gewonden onder de agenten moesten zich laten behandelen in het ziekenhuis. 1 van hen was zeer zwaar gewond geraakt aan zijn schedel en werd intensief verzorgd.

Pas de volgende ochtend werd duidelijk, dat de zwaargewonde agent de vader was van een van de mariniers. We zaten met stomme verbazing te kijken naar de tv en vertelden elkaar, dat het niet te geloven was wat we zagen en dat wij dat natuurlijk veel beter konden. Een van de aanwezige, maakte zich mateloos kwaad over datgene wat hij zag en riep : “Het wordt tijd dat wij maar eens naar de Dam gaan en het daar voor eens en altijd regelen !!”

Feitelijk werd toen het idee geboren voor de schoonveegactie op de Dam.

Dat we niet meteen de daad bij het woord hebben gevoegd was te danken aan onze ‘advocaat’ onder de mariniers. Hij was het, die opperde om nu maar niet meteen te gaan hollen als gekken. Beter was het om morgen eens rustig bij elkaar te gaan zitten en te kijken wat we nu eigenlijk konden ondernemen.

 

Het was mooi geweest voor die avond, we zochten onze barak op. De slaapzaal was in tweeën gedeeld door grote stalen kasten. Aan beide zijden sliepen zo’n veertig man in stapelbedden. De meesten maakten zich gereed voor de nacht en om 22.00 uur na de ‘rond’ ging het licht uit. Tot na middernacht bleven de mariniers binnen druppelen. Langzaam was eenieder weer terug van weekendverlof. Telkens als de deur openging weer die ene vraag:

“Is er nog nieuws uit Amsterdam?? “

Telkens weer die verhalen over gewonde agenten en de vele vernielingen. Van lekker pitten is die nacht niet veel terecht gekomen. Midden in de nacht kwam een van de jongens uit Amsterdam binnen. Hij had de hele avond aan het ziekenhuisbed bij zijn vader gezeten.

Zijn vader was nu weer ‘stabiel’.